Tuin van de maand maart 2021: Gemeenschappelijke tuin Johannapark, Amsterdam

De gemeenschappelijke tuin van het Johannapark in Amsterdam. Een tuin van het eerste uur, gered met hulp van een NTs-er van het eerste uur, Arend Jan van der Horst, en met een tuinconcept dat zijn tijd vooruit was. Zo vertegenwoordigt deze tuin in het Open Tuinenbestand van de Nederlandse Tuinenstichting heden, (recent) verleden en toekomst.
Tuinontwerpster Cilia Prenen, coördinator van de tuin, vertelt een verhaal dat de tijdgeest van 30 en 40 jaar geleden weergeeft. Een verhaal ook dat aansluiting vindt bij de hippe Open Tuinen West. En … er komen weer kinderen in de tuin!
Een 40 jaar oude gemeenschappelijke tuin in hartje Amsterdam
Dit jaar vieren wij een jubileum: precies 40 jaar geleden in februari 1981 begonnen wij onze gemeenschappelijke tuin. Dat beginnen ging iets ongebruikelijker in zijn werk dan meestal; wij zaagden namelijk een hek open om deze tuin te kraken. Wij, dat zijn de bewoners van het Johannapark. Een klein doodlopend straatje met een weidse naam. Er staan maar zes huisjes, en je moet onder een poort door vanaf de drukke Overtoom om ineens te stilte in dat kleine straatje te ervaren. Achter die zes huisjes zes piepkleine tuintjes, eindigend bij een houten hek. Daarachter lag onduidelijk niemandsland, grenzend aan het Vondelpark. Gaandeweg ontdekten wij dat het de oude kwekerij van het Vondelpark was, die allang niet meer als zodanig in gebruik was. Wij hadden inmiddels een bewonersvereniging opgericht, om het straatje voor “ongewenste ontwikkelingen” te behoeden en hadden wel oren naar uitbreiding naar achteren. De voormalige beheerder van de vroegere kwekerij adviseerde ons om het stuk grond te kraken. Tot onze stomme verbazing, want het was een keurige oudere heer die tientallen jaren in overheidsdienst had gewerkt.
Zo kwam het dus dat we die februaridag enigszins bibberend een gat in het houten hek zaagden en een tuin begonnen. We stuurden een brief naar de gemeente (stadsdelen waren er nog niet) om ze van ons initiatief en onze bedoelingen op de hoogte te brengen. Veel tegenwerking kregen we niet, het bleef bij een vaderlijk gesprek met het hoofd Groenvoorzieningen en een paar regels waar we ons aan te houden hadden. Wat wij toen niet beseften, was dat wij door die bewonersvereniging een zekere status (als rechtspersoon) voor de gemeente hadden. We waren jong en hadden weinig middelen, en zo is de tuin stukje bij beetje ontstaan door ‘noeste arbeid’, zoals ik ooit schreef. Er kwam een duidelijke structuur van verschillende tuindelen, losjes gescheiden door hagen en bomenrijen, en verbonden door tegel- en graspaden. Er was een moestuin, een kruidentuin, een gedeelte met fruitbomen en bessenstruiken, een ruime compostplaats met zelf gemetselde compostbakken, meerdere grasvelden die ook als terras dienst deden en een bloementuin. Wij aten er, gezamenlijk en apart, belegden er tuinvergaderingen, maakten er soms ruzie en legden die weer bij. Er werden kinderen geboren die er konden spelen. “En God zag dat het goed was”, zou ik haast zeggen, maar…
…na enkele jaren kwam ons ter ore dat de gemeente precies ‘onze’ tuin had aangewezen als geschikte locatie voor woningbouw. Er zouden 54 woningen en appartementen verrijzen. Ik was al enkele jaren donateur van De Nederlandse Tuinenstichting. Zette die zich niet in voor bedreigde tuinen? Daarom durfde ik te bellen naar het bureau. Daar werd ik direct verbonden met Arend Jan van der Horst, een van de grondleggers van de Tuinenstichting. Oh ja, hij kwam graag een keer kijken, was meteen enthousiast en buitengewoon behulpzaam. Eigenlijk heeft Arend Jan er mede voor gezorgd dat wij hier nog steeds een tuin hebben. Hij organiseerde iets dat ik aanvankelijk alleen maar bizar kon vinden, namelijk een uitzending van Radio Stad in onze tuin. Een radio-uitzending – maar een tuin moet je toch zien? Hij pakte het voortvarend aan, zorgde voor een toentertijd bekende presentatrice van de VPRO, én hij nodigde de verantwoordelijke projectontwikkelaar van de gemeente uit. Een meesterzet. Want die ambtenaar meende hier een goed bedoeld rommelterreintje aan te treffen, en zeeg bij aankomst sprakeloos in een (tuin)stoel. Want hij zag een echte Túín! Daarop nam Arend Jan hem meteen in de tang en vroeg of hij ook vond dat we dit niet aan bulldozers prijs konden geven. De ambtenaar had zich natuurlijk op de vlakte moeten houden, maar hij was oprecht geraakt en noemde het product van onze arbeid een “Botanische Tuin”. Als zodanig staan wij inmiddels in het bestemmingsplan. Hoewel het nog lang duurde en nog veel strijd kostte voor het zo ver was. Maar het voert te ver om dat allemaal te beschrijven.
Arend Jan vroeg een wederdienst: of wij onze tuin voor de Tuinenstichting wilden openstellen? Zoveel tuinen die daarvoor in aanmerking kwamen, waren er toen niet in deze regio. De Amsterdamse grachtentuinen openden pas daarna. Daar gingen wij graag (en trots!) op in. Arend Jan was zo slim ons te adviseren een handtekeningenlijst voor behoud van de tuin bij de ingang te leggen. Op die manier kwamen wij dus in het Open Tuinenboekje terecht en daar vonden ons ook de tuinclubs. Aanvankelijk was het overvol, de laatste jaren werd het bezoek minder. We staan ook al zó lang in dat boekje. Sinds een paar jaar combineren we de open dag voor de Tuinenstichting met die van Open Tuinen West in Amsterdam. Dat geeft weer een impuls voor een ander en jonger publiek, waarvan ik hoop dat zij de folders van de Tuinenstichting meenemen en goed bekijken. En hopelijk geïnspireerd raken om donateur te worden!
Gemeenschappelijke tuin Johannapark
Open Tuinen Gids 21, nr. 222
Cilia Prenen (coördinator)
Johannapark 1, 1054 KB Amsterdam
T 020 6837762
E ciliaprenen@johannapark.nl
W www.ciliaprenen.nl
Open dag op zaterdag 12 juni van 10.00 tot 17.00 uur en daarnaast op afspraak.