Onderzoekers van de Nederlandse Tuinenstichting (NTs) hebben een lijst opgesteld, geordend per provincie, met groene objecten uit de periode 1965-1990 die volgens hen in aanmerking zouden kunnen komen voor een monumentale status, en dus bescherming verdienen. Het gaat om grotere groengebieden en recreatiegebieden uit deze periode; voor particuliere tuinen laat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) nog een aparte studie uitvoeren. Met trots presenteert de NTs deze eerste selectie als een ‘startdocument’ voor de discussie over dit onderwerp.

Toen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in 2019 aankondigde een project te starten over recent erfgoed (1965-1990) en de vraag welke objecten uit die periode een monumentale status zouden moeten krijgen, bood de NTs onmiddellijk haar hulp aan. Onder andere omdat het accent bij de RCE lag op ‘rood’ (gebouwd) erfgoed en minder op groen. Het is immers de missie van de NTs om groen erfgoed te behouden en te beschermen.

Johanna Karssen en Willem Verhoeven van de NTs (respectievelijk lid en voormalig lid van de Commissie Groen Erfgoed) deden – met hulp van adviseurs en vrijwilligers in de regio – hun onderzoek aan de hand van de Gids voor de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur: een omvangrijk overzicht van wel 2.000 groene objecten. Vervolgens scoorden zij de geselecteerde objecten zorgvuldig aan de hand van zes criteria. Dat leverde een lijst op met groene objecten, die volgens de onderzoekers in aanmerking zouden kunnen komen voor een monumentale status, en dus bescherming verdienen.

Ken je zelf monumentaal groen erfgoed uit de periode 1965-1990, dan kun je dit object bij de RCE voordragen voor plaatsing op de groslijst Post 65.

Meer informatie is te vinden op de pagina van de Commissie Groen Erfgoed.