Nieuws
Tuin van de maand
Gepubliceerd: 7 september 2023

Landgoed Pábema, Zuidhorn

Voor de Tuin van de Maand september 2023 hebben we gekozen voor de tuinen van Landgoed Pábema te Zuidhorn in Groningen, OTG 2023 nr 20. De bijzondere naam van deze tuinen is geïnspireerd op een oude streeknaam ‘Pábemaheerd’. Het is niet zeker of de naam bij deze boerderij hoorde, maar het is een samenvoeging van de namen van de eigenaren. De naam, met een knipoog naar de historie van Groningen, is een voorbeeld hoe de eigenaren met respect en aandacht omgaan met heden, verleden en toekomst bij de aanleg van dit landgoed.

Hoe een ruim erf rondom een monumentale boerderij kon uitgroeien tot een parktuin met grachten, vijvers en bijzondere elementen.

 

Hoe het begon

Toen Annie-Evie Beukema en Wim Pastoor in 1998 een vervallen, historische boerderij kochten, was het aanleggen van tuinen niet het eerste wat hun aandacht vroeg. Toch werd de basis voor de tuinen al gelegd voordat aan de restauratie van dit Rijksmonument werd begonnen.

De eerste gedachte was een historisch erf met gracht en een volledige boomsingel en de aanleg van een ‘slingertuin’, de Groninger variant van een Engelse landschapstuin.

Echter, een ontmoeting met tuinconsulent Klaas Noordhuis (1949-2017) bracht hen op het spoor van het (neo)classisisme in de tuinaanleg. Klaas was een tuin-stylist die van elke periode uit de tuinhistorie graag de belangrijkste kenmerken toepaste op een erf. In zijn visie ontstaat er zo een eenheid tussen tuinen en de gebouwde omgeving. De structuren die Klaas tekende, maakten het Landgoed Pábema op papier tot een spannend uitziend geheel.

De ontwikkeling in de loop der jaren

In 1999 begonnen ze met het opnieuw graven van de grotendeels verlande grachten en sloten, en het najaar daarop plantten ze maar liefst 130 bomen en meer dan 250 meter aan heggen.

De eerste jaren vroegen om enige verbeelding om er een tuin in ontwikkeling in te kunnen zien. De vruchtbare kleigrond liet het gras weelderig groeien en de aangeplante hagen waren nauwelijks zichtbaar. Het paar dat tot dan toe op 200 km afstand in de provincie Utrecht woonde, moest al hun tijd en aandacht besteden aan de restauratie van de gebouwen. Pas na 6 jaar was er tijd om de wildernis onder controle te krijgen.

Inmiddels woonden ze in de boerderij en waren de plannen voor de tuin gereed. Nu bleek het ook een voordeel te zijn dat de bomen en heggen op tijd waren aangeplant. Met het nodige snoeiwerk werden de structuren van het plan al duidelijk zichtbaar. De huidige grootste blikvanger, de grote driehoeken haag, kon al in model worden gezet met behulp van een bamboe skelet.

Het zou nog 15 jaar duren voordat deze haag volgroeid was, maar de beeldbepalende contouren waren al van het begin af aan duidelijk.

Het aanleggen van de diverse borders op de extreem zware, kalkarme kleigrond was geen gemakkelijke taak. Alleen met behulp van grote hoeveelheden champost* kon de grond bewerkbaar worden gemaakt.

Het resultaat was, dat de aangebrachte planten weelderig groeiden en met de jaren zijn de borders steeds evenwichtiger geworden.

In de loop van de afgelopen jaren werden bijzondere elementen aan de tuinen toegevoegd. Zo kwam er een tuinmuur met kas geïnspireerd op de 19e eeuw.

Ook is naar historisch voorbeeld een Duivenslagpoort gebouwd.

Een duivenslag is een sluiting voor een duiventil waarmee duiven er wel in kunnen via het vlieggat, maar er niet meer uit. Het recht op duivenslag was vanaf de 13e eeuw gekoppeld aan grondbezit (een heerlijk recht) vanwege overlast van duiven op de landerijen. Het was voorbehouden aan adel, herenboeren en geestelijken. Een duivenslagpoort was een prestigeobject voor de eigenaar.

In 2010 werd de tuin uitgebreid met een fruitboomgaard van een halve hectare met alleen appel- en perenrassen uit ‘Pomologia’, een catalogus uit 1766 van Johann Hermann Knoop.  Deze historische fruitboomrassen blijken door de veranderde klimaatomstandigheden een voortdurende bron van zorg. Ze kunnen zich moeilijk of niet staande houden. Het is niet voor niets dat door de eeuwen heen steeds nieuwe rassen veredeld en/of doorgekweekt zijn omdat de omstandigheden en de vraag veranderden.

De nieuwste toevoeging aan de tuinen van Landgoed Pábema vormt een opvallend contrast met de rest van het terrein. Het bestaat uit een grote vijver met een berg aarde uit de vijver ernaast, waar de natuur zelf zijn evenwicht mag vinden. Deze bewuste keuze roept vragen op, vooral voor de tuiniers zelf: wat betekent het om niet in te grijpen als de brandnetels zo omhoogschieten? Het verschil met de strak gecomponeerde en geregisseerde tuindelen is onverwacht en fascinerend.

Het landgoed beslaat totaal 2,5 hectare. De afstand tussen de verschillende tuinen zijn groot genoeg om tijdens een wandeling na te denken over de keuzes die Annie-Evie en Wim hebben gemaakt.

Historische keuzes waarin hedendaagse dilemma’s, als klimaat, beschikbare tijd en menskracht van invloed een belangrijke rol spelen.

Het laat zien wat het betekent voor de twee gepassioneerde tuiniers: de natuur inschakelen of uitschakelen?

Voor meer informatie over Landgoed Pábema zie www.landgoedlogiespabema.nl

 

* Champost de voedingsbodem waar champignons op groeien. Het bestaat uit een mengsel van stro, paardenmest, kippenmest, kalk, veen en schuimaarde. Champost heeft door de toevoeging van kalk een zuurbindende waarde (ook wel neutraliserende waarde genoemd).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief


deel tuin